woensdag 11 mei 2022

Oh when the saints go marching in...

Ik maakte onlangs een gospelconcert mee. In een sfeervolle zaal, verlicht met wel 2000 kaarsen, bracht een kwintet een hele reeks gospels ten gehore, met daarbij ook een aantal klassiekers. Van Covid was blijkbaar geen sprake meer, want de zaal zat eivol. Het publiek was behoorlijk enthousiast en reageerde uitbundig op de muzikanten. Bij de finale werd volmondig een "la la lala" meegezonden op de tonen van "Oh when the Saints".
Het was integraal religieuze muziek. Ik vroeg me af of en in welke mate de toehoorders zich daar bewust van waren. Zou muziek alleen maar een stukje cultureel patrimonium kunnen zijn, getuigend van de geloofsovertuiging van vroegere generaties en helemaal los van een hedendaagse beleving? Kun je zulk een gospel over de intocht van de heiligen en het intense verlangen om daarbij te zijn, volmondig zingen zonder tegelijk geroerd te worden voor het verlangen om ooit echt thuis te komen en vervulling of voltooiing te vinden? Natuurlijk zijn degenen die meezingen daarom nog geen gelovigen en is deze samenkomt absoluut geen eredienst. En toch gaat er iets troostend uit van deze oude liederen en het zoeken naar vervulling waar ze over spreken. Je mag zelfs over vreugde spreken. Muziek kan tot uitdrukking brengen waar woorden niet in lukken.
De zaal ging er helemaal in op en voor een ogenblik waren alle zorgen weg. Hoe mooi is het om even vooruit te kunnen kijken, bevrijd van heden en verleden?

Tony, pastor