Zou het in het leven niet vaker zo zijn dat schaarste – of ‘nood’ in ruimere zin – een mens teruggooit op zichzelf en confronteert met oude verhalen, die in de diepte aanwezig zijn? Het gaat in het beeld om een kerkje uit de elfde eeuw – een plaats waar mensen generaties lang troost, rust en vertrouwen vonden. Kun je dat in één keer uitwissen door het onder water te laten lopen? Is wat duizend jaar heeft bestaan werkelijk verdwenen door het werk van de ingenieurs of is het alleen verborgen en zijn er dus omstandigheden waarin we er terug naartoe kunnen om er te rijkdom van te ervaren?
Ik vraag me verder af of het ook niet omgekeerd zou kunnen werken: als we onszelf beperkingen opleggen – dat is wat de veertigdagentijd wil doen – en dus onszelf ‘kunstmatig’ met schaarste confronteren, zou ook dat ons helpen om naar de diepte te gaan en misschien wel God op het spoor te komen, van wie de aanwezigheid in ons leven door omstandigheden wat verwaterd was? Het zou ons nog kunnen gebeuren dat we bondgenoten terug vinden, die we helemaal uit het oog verloren waren. Ik vind het een hoopvolle gedachte.
Tony, pastor