Zondag 5 maart – 2de zondag vasten A (Mt.17,1-9)
Jezus is op weg naar Jeruzalem, waar Hij zal moeten lijden en ter dood gebracht zal worden. Na dit aan zijn leerlingen duidelijk gemaakt te hebben, neemt Hij enkele dagen later Petrus, Jacobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, dé plaats van de Godsontmoeting. De leerlingen hebben er een buitengewone ervaring: ‘Hij werd voor hun ogen van gedaante veranderd: zij gelaat begon te stralen als de zon en zijn kleed werd glanzend als het licht.’ (Mt.17, 2) Bovendien is Jezus in gesprek met Mozes en Elia, die verwijzen naar de Wet en de profeten. De stem van God klinkt zoals bij het doopsel van Jezus: “Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn welbehagen heb gesteld; luister naar Hem.” (Mt.17,5) Het is dan ook heel begrijpelijk dat Petrus dit moment wil vasthouden. De verheerlijking van Jezus staat in schril contrast met het lijden waarover Hij hen tevoren gesproken had. Maar de verheerlijking zal maar volgen na zijn lijden en dood, wanneer Hij uit de doden is opgestaan. De leerlingen zijn bevreesd voor wat Jezus en ook hen te wachten staat, maar bemoedigd door Jezus’ woorden: “Sta op, en wees niet bang”, dalen zij terug de berg af. Ze dalen af naar de dagelijkse realiteit, naar het moeilijke leven, naar het lijden, maar wel met de belofte: God is een God van levenden. Hij gaat voor ons uit.
Pastor Chris
Net als Jezus dat deed,
zo wil Ik ook jou uitnodigen
met Mij een berg op te gaan -zegt God -
om de rust en de stilte op te zoeken
en te ervaren dat leven in mijn nabijheid
je ‘anders’ en ‘nieuw’ kan maken.
Want hoe sterker je Mij in je leven toelaat,
des te meer zullen je ogen glinsteren van liefde.
Je mond zal alleen maar goede dingen vertellen
en je handen zullen dienstbaar zijn
en op die manier van Mij getuigen.
Je zult stralen als de zon,
omdat je als een spiegel mijn tederheid zult weerkaatsen.
Erwin Roosen
De Transfiguratie van Jezus tussen Mozes en Elia, jaarkribbe Franciskanerkerk Bad Tölz, 1920 ©Martinus KE via wikimedia commons |