donderdag 30 maart 2023

Wout Van Aert

Wielrenner Wout Van Aert heeft vorige zondag de overwinning in de klassieker Gent Wevelgem weggegeven aan zijn ploegmaat en vriend Christophe Laporte. De commentatoren vielen elkaar haast over de voeten; men vroeg zich af of Wout daar geen spijt zal over krijgen, of het misschien opportunisme was (om later gemakkelijker zelf een nog grotere wedstrijd te kunnen winnen…) of wat er juist gaande was. Ik was minder verbaasd. Kwam die ploeg in de laatste etappe van de jongste de Ronde van Frankrijk ook niet als een geheel over de streep, zonder nog te spurten? Blijkbaar haalde ook toen het verlangen om iemand iets te gunnen het op het verlangen naar de zege. Maakt dat de kampioen minder groot?
Toch is het niet zo simpel. In de competitiesport draait het nu eenmaal om de winnaar. Zie jij al gebeuren dat een voetbalelftal – ik zeg maar wat – het Duitse, in een wedstrijd tegen pakweg onze ploeg deze ook een goal of twee, drie zou laten scoren, gewoon om hun gevoelens niet te veel te kwetsen (“ach, het is toch zo’n sympathiek klein landje, de spelers zijn toch zo vriendelijk, we mogen hun frêle gevoelens toch niet kwetsten - en ach, het is toch een vriendenmatch?”) nee toch? Competitiesport zou zijn aantrekkelijkheid verliezen (“als supporter ben ik geïnteresseerd in de sterkste en niet in de liefdadigheid van die mensen…”)
We leven in een tijd waarin de zorg voor de gevoelens van de ander meer en meer aandacht krijgt en op zich is dat uiteraard ook goed. De toekomst zal uitmaken of ook daar geen overdrijving of eenzijdigheid in kan zitten (als christen voel ik het bijvoorbeeld ook niet in alle omstandigheden evident om mij als dusdanig te uiten…). Het zit op het snijpunt van het “ik en het jij” (of beleefdheidshalve: “het jij en het ik”) en manieren van omgang met het inherente conflict tussen beide. En laat nu juist veertigdagentijd bedoeld zijn om te groeien in zorg en aandacht voor de ander…

Tony, pastor

© Pixabay