Maar zo lang duurde dat niet: mijn jas was goed bestand tegen de koude nattigheid, maar mijn broek toch veel minder. Bovendien duurt het dan niet zo lang voor de lekkende broekspijpen ook de schoenen en sokken nat maken. Om het verhaal kort te maken (spoiler alert...): ik kwam heelhuids aan (gelukkig weinig automobilisten onderweg - want allemaal voorzichtig en thuis gebleven?...) al zag ik eruit als een verzopen eend. En zo voelde ik me ook.
Ik had wel zin om mezelf te beginnen beklagen en te denken aan al degenen die ondertussen nog comfortabel in hun bed lagen, maar in plaats daarvan moest ik denken aan degenen die de nachten altijd op straat doormaken. Het (geruimde) tentendorp aan het klein kasteeltje heeft voorbije dagen wat aandacht gekregen, maar hoeveel mensen blijven in het verborgene? Als je dan wat verder kijkt: hoeveel Turken en Syriërs hebben hun thuis zien verdwijnen door een zware aardbeving en hoeveel Oekraïners hopen dat er alleen maar sneeuw uit de lucht zou vallen en niet langer levensbedreigend geschut...? Ben ik wel te beklagen? De gedachte verbindt en maakt solidair. De dag is nog maar amper begonnen en ik heb al een vasten-puntje beet!
Terwijl ik zit te bekomen en een aan een blog schrijf, merk ik hoe ik toch opwarm en zelfs begin te gloeien - reactie van het lichaam op de voorbije koude-aanval. Hoe ook Pasen achter elk hoekje gloort...
Tony, pastor