Op de zondag na het feest van de Heilige Drievuldigheid, dus op de tweede zondag na Pinksteren, vieren we het hoogfeest van het Heilig Sacrament: de liturgie van dit feest nodigt ons uit om stil te staan bij het mysterie van de eucharistie. De oorspronkelijke feestdag is de donderdag die eraan voorafgaat en dat is uiteraard een verwijzing naar Witte Donderdag. Maar dit feest mag hernomen worden op de zondag erna, zodat meer mensen het feest kunnen meevieren en de gelegenheid krijgen om te mediteren over de diepe betekenis van de eucharistie, die in het centrum van het leven der christenen staat.
In het evangelie dat de Kerk ons dit jaar laat lezen zegt Jezus: « het brood dat Ik zal geven is mijn vlees ten bate van het leven der wereld ». Het gebruik van het woord ‘vlees’ klinkt voor ons, moderne westerse mensen, misschien wat raar, maar het is een verwijzing naar de realiteit van Jezus’ zelfgave op het kruis: Jezus heeft werkelijk zijn leven gegeven op het kruis, zijn lichaam is werkelijk op het kruis genageld; en zijn dood is het begin van nieuw leven geweest voor de mensheid. Tijdens de eucharistie gedenken wij het sterven en verrijzen van Jezus: « Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt », zingen we dan ook. En door te eten van het eucharistisch brood en te drinken uit de beker hebben wij deel aan zijn leven, het leven van de Verrezene: « wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven », zegt Jezus nog. Hij is immers het Leven zelf, en wij ontvangen Hemzelf ‘onder de gedaante van’ brood en wijn. Want tijdens het Laatste Avondmaal heeft Hij gezegd over het brood en de wijn die Hij aan zijn leerlingen uitdeelde: « dit is mijn lichaam », « dit is mijn bloed ». Bij de Communie ontvangen wij Hem van wie het lichaam op het kruis is gestorven en die zijn bloed voor ons vergoten heeft: Jezus zelf, helemaal. En wij weten Hem werkelijk aanwezig ‘onder de gedaante van’ brood en wijn. Hij heeft zichzelf gegeven op het kruis en geeft zich aan ons in de eucharistie opdat wij zouden leven, met Hem, over de dood heen. En opdat wij leven zouden kunnen geven aan elkaar: voor elkaar zouden kunnen leven, zoals Hij het ons heeft voorgeleefd, tot in de dood. In onze zelfgave mogen wij zijn dood en verrijzenis ervaren en ontdekken dat het Leven leeft. Hij is verrezen, Hij leeft en wij leven met Hem. Groot is het mysterie van ons geloof.
Pastor Benno