zaterdag 29 januari 2022

Stilstaan bij het evangelie

Vierde zondag door het jaar – C: Lucas 4,21-30

Ik weet niet of dat voor jullie ook zo is, maar voor mij roept het evangelie van vandaag onmiddellijk een herkenbare situatie op. Herkenbaar om twee redenen.
Lucas laat Jezus zeggen dat geen enkele profeet wordt aanvaard in zijn eigen stad of streek. En ik dacht spontaan aan mijn vroegere beroepssituatie op school: je was zeker niet altijd profeet in eigen land. Want je praatte niet steeds zoals de leerlingen het graag hadden. Daarom wordt vaak met meer aandacht geluisterd naar iemand anders, want dat klinkt anders, soms meer in de lijn van wat men graag wil horen. Maar het evangelie van Lucas is ook herkenbaar omdat we ons, als we eerlijk zijn, kunnen terugvinden in de mensen in de synagoge. We kunnen het zo zien gebeuren in onze kerk (Kerk), in onze tijd. 
De mensen staan aanvankelijk in bewondering voor Jezus’ woorden; Hij wist zijn toehoorders te boeien. Jezus belooft nogal wat: een overvloed aan goddelijke genade voor iedereen, niet alleen in de toekomst maar hier en nu. En dan keert de stemming om; de mensen worden woedend, zegt Lucas. Ze willen Jezus zelfs uit de weg ruimen, een aankondiging van Zijn later lijden en sterven. Waarom? 
De meesten beluisteren Jezus alleen in de eerste taal. Ze horen niet dat er nog een ondertoon in doorklinkt, een tweede taal. Daarin zouden ze kunnen horen dat Jezus niet zichzelf verkondigt maar Gods boodschap, en dat zijzelf worden aangesproken om die boodschap waar te maken. Er wordt daadkracht van hen gevraagd. 
De meeste mensen horen en zien in Jezus alleen de zoon van de timmerman, iemand van eenvoudige komaf, uit hun eigen midden. Wat denkt die wel? Zij herkennen in Jezus niet de echte profeet, degene die wordt geroepen door God, die niet spreekt uit eigen naam. De profeet wordt voortgedreven door Gods Geest en kan dus niet onpartijdig zijn. Hij kiest altijd de kant van de zwaksten, van de verdrukten. En zo ondervindt hij tegenstand want hij praat mensen niet naar de mond maar klaagt onrecht aan en komt op voor gerechtigheid. 
De profeet brengt geen boodschap voor enkelen maar voor iedereen. Zo benadrukt ook Jezus dat Gods blijde boodschap bestemd is voor Joden én heidenen. En dat wordt Hem niet in dank afgenomen: als profeet kan Hij toch tenminste zijn eigen vaderstad ‘extra begunstigen’. De vanzelfsprekendheid waarmee dit wordt opgeëist, wordt door Jezus afgewezen.
Ik zou willen eindigen met twee gedachten of wensen. Ten eerste dat ook wij naar de ‘profeten van deze tijd’ zouden luisteren met die tweede taal, dat wij doorheen de persoon zouden luisteren naar de boodschap van God. En ten tweede dat wij als gelovigen, opgeroepen om Gods genade waar te maken, om die om te zetten in daden van liefde, ons gedragen weten door God.

Pastor Chris

Jezus roept weerstand op...
© Hans Holbein the Younger via Wikimedia Commons