De Kersttijd loopt dit weekend ten einde met het feest van het Doopsel van de Heer dat we zondag zullen vieren. Dus het kan nog even om een kerstthematiek aan te snijden. Eén van de mooiste passages over de betekenis van Kerstmis vind ik datgene wat Paulus schrijft in zijn brief aan Titus. Daar zegt hij: ‘Ook wij waren eens onverstandig, ongehoorzaam, op de verkeerde weg, slaaf van allerlei begeerten en lusten. Ons leven stond in het teken van boosaardigheid en afgunst, we verafschuwden en haatten elkaar. Maar toen zijn de goedheid en mensenliefde van God, onze redder, openbaar geworden en heeft Hij ons gered.’ (Titus 3, 3-5a) Voor Paulus is in de menswording van Jezus Gods goedheid en mensenliefde openbaar geworden, of zoals Huub Oosterhuis het vertaalt: ‘verschenen is de mildheid en de trouw van onze God’ (Zingt Jubilate 215). En het is juist die mildheid die onze redding is. Soms, als ik de wereld rondom mij zie, heb ik het gevoel dat we die mildheid meer dan ooit nodig hebben. Misschien is het ook wel ten gevolge van de aanslepende gezondheidscrisis, maar je zou de indruk krijgen dat wij mensen alsmaar harder worden voor elkaar, dat we meer en meer afgunst hebben. We kunnen niets meer verdragen van elkaar. Is dat de wereld waarin we willen leven? Is dat de maatschappij die we aan onze kinderen willen doorgeven? Onze God is een God van mededogen, van zachtheid. We zullen het zondag in de eerste lezing horen, waar Jesaja zegt dat de Messias die komen gaat de kwijnende vlaspit niet zal doven en het geknakte riet niet zal breken. Daarover gaat Kerstmis. Over een God van barmhartigheid. Over zachtheid. Aan die zachtheid hebben we met z’n allen, denk ik, heel erg veel behoefte. Hopelijk beperkt die zachtheid zich niet enkel tot Kerstmis, maar mag ze werkelijk in ons hart een plek hebben gevonden. En als dat nog niet zo is, kunnen we er zingend om bidden, bijvoorbeeld met het mooie lied ‘Wek mijn zachtheid weer’ (ja, opnieuw van Oosterhuis; ik kan het niet laten). Ik wens je, nu de Kersttijd stilaan voorbij is, een jaar vol zachtheid toe, de zachtheid die we hebben mogen ontmoeten in het Kerstekind, Gods mensgeworden mildheid.