Misschien mocht u onlangs een doopsel bijwonen, misschien is het al wat langer geleden, maar vandaag mogen we aanwezig zijn bij het doopsel van Jezus.
We mogen opnieuw de figuur van Johannes de Doper ontmoeten in dit evangelie. In de advent riep hij ons op tot bekering en om ons voor te bereiden op het Kerstfeest. Nu staat hij midden in de Jordaan om mensen te dopen. Jezus sluit zich aan bij de rij van mensen om zich door Johannes te laten dopen. Het vieren van een doopsel nodigt uit tot dankbaarheid, verwondering en vreugde. Het is ook een viering die toekomst in zich draagt. Op enkele momenten uit zo’n viering wil ik even ingaan. Er is de mensengemeenschap zoals bij Jezus’ doop: wie kiest voor de weg van Jezus, hoeft die niet alleen te gaan. De gedoopte mag in een gemeenschap van christenen groeien in geloof. Voor de gemeenschap is het een oproep om open te staan, om zich te laten vernieuwen en herbronnen.
Bij elke doopselviering wordt ook de geloofsbelijdenis uitgesproken. In het evangelie beluisteren we de geloofsbelijdenis van Johannes: “Ik doop jullie met water, … Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur.” Water: symbool van chaos en verwoesting maar tegelijk van nieuw leven, van vernieuwing en bekering. In de Bijbel is het water het symbool bij uitstek van de doortocht, van de tocht van elke mens. Ook Jezus’ doop was een doortocht: gaande door het water van de Jordaan werd Gods bezielende kracht in Hem werkzaam. Gedoopt zijn was voor Hem, levenslang, in alles de wil van God te doen. En op het moment dat Jezus door Johannes wordt gedoopt, breekt plots de hemel open en klinkt er een stem die zegt: “Jij bent mijn Zoon, van wie Ik hou en in wie Ik vreugde vind". In elke doopviering wordt hetzelfde gezegd: “Jij bent mijn kind, in jou wil Ik vreugde vinden; Ik roep jou om heil te brengen bij de mensen.” Zo mogen we als kinderen van God vervuld worden van dankbaarheid, verwondering en vreugde.
Pastor Chris