Van de derde tot en met de vijfde zondag in de Vasten hebben de zondagslezingen in het A-, B- en C-jaar hun eigen thematiek. In dit C-jaar is dit : ‘bekering’. Drie zondag na elkaar doen de evangelies ons nadenken over wat het betekent : ‘je bekeren’, je afkeren van het kwaad of de ikzucht en je naar God en het goede toekeren. Bekering is dus niet alleen iets voor ongelovigen die gelovig willen worden. Bekering is ook iets voor gelovigen, dus voor ons allemaal. Als christenen zijn we geroepen om ‘een leven van bekering te leiden’, altijd weer opnieuw ons leven te heroriënteren, op God te richten.
In het evangelie van deze zondag gebruikt Jezus twee voorvallen uit de dagelijkse realiteit om zijn toehoorders – en dus ook ons – te choqueren en zo te doen nadenken. De Romeinse bezetter heeft een bloedbad aangericht in de tempel en een toren is ingestort op een aantal mensen. Het gaat Jezus niet om de schuld van die mensen, maar, zegt Hij, « als gij u niet bekeert, zult ge allen op een dergelijke manier omkomen ». Straffe taal in Oosterse stijl om ons wakker te schudden, om ons te doen inzien : buiten God en het goede is er geen leven. Om echt te leven en te overleven is het nodig om te kiezen voor God en het goede. Mochten oorlogszuchtige leiders dat ook inzien…
Maar laten we ook naar onszelf kijken en nagaan of onze levenskeuzen wel leven gevend zijn. In deze veertigdagentijd en een leven lang worden wij opgeroepen om leven brengende mensen te zijn. Daarbij worden we vandaag bemoedigd : God heeft geduld met ons. Hij neemt de tijd om op onze bekering te wachten en haar te bevorderen, zoals in het evangelie vandaag de tuinman zijn vijgenboom verzorgt en geduldig wacht op vruchten.
Pastor Benno.