Eén moment op de week is er, waarop ik naar mijn agenda voor de volgende week kijk naar al de afspraken of vergaderingen, die daar nog staan. Er zijn er sinds half maart natuurlijk amper bijgekomen, maar er staan er toch nog een heel aantal. Ik bekijk dan welke van die afspraken best worden uitgesteld wegens niet dringend, en welke misschien best behouden blijven, misschien gewoon via telefoon of videoconferentie, denk bijvoorbeeld aan schoolbesturen, die volop actief blijven. Het is telkens even overleggen met de betrokkenen. Datgene wat wegvalt, schrap ik niet, maar ik schrijf er gewoon bij dat het geannuleerd is. Zo verdwijnen ze niet uit mijn geheugen, maar behoud ik een beeld van "het oude normaal", hoe het leven zou geweest zijn zonder corona. Voor dit weekend stond er bijvoorbeeld de retraite van de vormelingen van Sint Franciscus en de bedevaart van Lenneke Mare in Etterbeek Woluwe. Het helpt tegelijk om verbonden te blijven met al deze mensen en hen te blijven dragen in gebed.
Ondertussen is het misschien wat bang afwachten om te zien hoeveel van dit huidige ritme "voorlopig" is, beperkte tussentijd en hoeveel hiervan "nieuw normaal" zal heten. Het heeft natuurlijk geen zin om tijd te besteden aan vragen waarvan je het antwoord niet kunt weten. De vraag die er wél toe doet is deze hoe we ondertussen mens zijn, hoe we ondertussen kunnen bestaan voor elkaar en dus gestalte geven aan wie we zijn: mensen voor elkaar. Gisteren kreeg ik per post een "kerstkaartje", dan niet voor Kerstmis, maar voor deze coronatijd, van iemand die zijn adresboek had open gedaan en aan al zijn kennissen een kaartje schreef uit sympathie en verbondenheid... Hoe we er kunnen zijn voor elkaar: het is geen kwestie van "oud normaal" of "nieuw normaal": dat is kwestie van onze identiteit of onze roeping. Daar laten we niet aan raken...
Tony, pastor