Wat hij niet meer wist en ikzelf ondertussen heb opgezocht, is mij ondertussen al regelmatig terug voor de geest gekomen. Dat voedsel gerantsoeneerd was, is bekend (denk aan de fameuze rantsoenbonnen, 'de zegeltjes'). Er was toen schaarste. Maar dat deze rantsoenbonnen na de oorlog nog enkele jaren bleven bestaan, is veel minder bekend, doch niet onlogisch. De economie moest immers terug opgebouwd worden en zolang bleef er wel schaarste.
Ook bij ons is er tekort, al leidt dit niet tot rantsoenbonnen. Er is een grote schaarste aan contacten: iedereen zit zowat alleen in het eigen kot. En er is schaarste aan aan de Eucharistie: dat wij niet meer kunnen te communie gaan.
(Hoe herkenbaar in het evangelie van vandaag: na de broodvermenigvuldiging lopen de mensen hongerig achter Jezus aan in de hoop opnieuw brood te krijgen. Het is ons lot...)
De twee hangen samen: "Lichaam van Christus" slaat niet alleen op het brood van de communie, maar evengoed op ons samenkomen. (De theologie drukt dat uit door de Kerk - het samenzijn van de gelovigen - 'het mystieke lichaam van Christus' te noemen.) Onze honger naar het communiebrood en onze honger naar het samenzijn, zijn eigenlijk hetzelfde... Laat ons alvast beginnen dromen van de dag dat deze schaarste voorbij zal zijn!
Tony, pastor