Tijdens de jaren waarin de liturgie nog 'normaal' verloopt kan je merken dat de Goede Vrijdagdienst eigenlijk niet eindigt. Geen zending, geen zegen. Stille Zaterdag begint aan het einde van deze dienst. Of misschien al aan het einde van de kruisweg.
'Wachten' is een vervelend werkwoord voor ons, actievelingen. Ik heb liever dingen om te doen. En u? Maar dat is er vandaag juist niet. Er is niets om te doen. Het is gedaan. Of alles is stilgevallen. Want eigenlijk is Jezus mislukt - daar heeft het toch alle schijn van. De machten van de oude wereld hebben het gehaald. Jezus is dood. Niet schijn-dood, zoals sommigen in de loop van de kerkgeschiedenis hebben beweerd, alsof hij maar in slaap - of in coma - zou zijn gevallen [en verrijzenis dus geen opstanding zou zijn uit de dood], maar dood. Nu is er niets meer. Zaterdag is Stil.
Heel subtiel, haast onmerkbaar komt de overgang van het wachten naar het waken. Dat zijn amper enkele letters verschil (voor halve Limburgers zoals ik, afkomstig uit een streek waar ze "ich" zeggen ipv "ik" is het verschil nog kleiner). Waken is nog altijd een zeer passief werkwoord, maar het is toch al actiever. Het is niet langer 'niets doen' op zichzelf - in zijn kot - maar 'niets doen' bij een ander. Je komt er mentaal eigenlijk al voor uit je kot. Het is zoals waken bij een ziek kind, bij een stervende... niets doen, maar toch nabij zijn en intens betrokken zijn. We waken bij de dode Jezus: het gaat in de richting van aanbidding.
Straks zullen we dan merken - en vieren - dat de dode Jezus niet 'in zijn kot' is gebleven. Wie bij Hem waakt, komt Hem opnieuw tegen, maar niet langer als een dode.
Ik heb ooit tijdens een zomerperiode de kans gekregen om het graf te bezoeken in de H.Grafkerk te Jeruzalem. Het was er (innerlijk) stil. Niets drukt beter de sfeer uit die daar hing dan die van Stille Zaterdag. Het kot, dat Jezus niet heeft vastgehouden!
Tony, pastor