De feestdag van Hemelvaart is van ouds de dag van de christelijke arbeidersbeweging. Hebben de socialisten de eerste mei, hun christelijke concullega's komen op Hemelvaart op straat met fanfares en feestvlaggen. Ik heb me ooit wel eens afgevraagd wat de band was tussen de arbeidersbeweging en Hemelvaart. Wat is er aan deze dag om door deze mensen speciaal gevierd te worden? U zal me zeggen dat dat te maken heeft met "Rerum Novarum" ("Van nieuwe zaken" of vrij vertaald "Een omwenteling"), de pauselijke encycliek van 1891 die het thema van de sociale rechtvaardigheid behandelde. Ik heb het voor u opgezocht: dit document verscheen inderdaad enkele dagen na Hemelvaart. Maar had Leo XIII een speciale reden om op die dag te publiceren en niet, bijvoorbeeld, nog even te wachten tot Maria Ten Hemelopneming om maar iets te zeggen (nog goed want half oogst is doorgaans te warm om met veel fanfares op straat te komen...)?
Het antwoord staat in de eerste lezing vandaag. "Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te kijken?" Anders gezegd: het is hier op aarde te doen.
Noem dat gerust een ommekeer, een "revolutie": waar willen we de Verrezen Christus zien? Gaan we turen tot in de hemel in de hoop hem daar ergens te kunnen bespeuren? Of zouden we niet eerder kijken naar de wereld rond ons, er de noden van zien en mensen proberen nabij te zijn? Het is immers in die nabijheid dat we hem zullen ontmoeten ('Wat ge voor de minste der mijnen hebt gedaan...')
We weten dat de vele weken lockdown voor de sociaal zwakkeren een veel zwaardere beproeving zijn geweest. Wanneer we nu gaan nadenken over de samenleving-na-corona, zouden we die niet uitbouwen met meer oog voor hen? Dat zou een ommekeer zijn...
Tony, pastor