zondag 31 mei 2020

Pinkstervruchten

In zijn eerste oorsprong was het Joodse Pinksterfeest een dankfeest voor de eerste oogst.
Ook wij christenen zeggen op Pinksteren dank voor de vruchten van de oogst. Want “de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid en zelfbeheersing” (Galaten 5,22). Gedurende de negen dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren hebben we kunnen bidden dat de heilige Geest die vruchten in ons doet groeien. Hopelijk hebben we al wat goede vruchten kunnen binnenhalen. Hopelijk zijn we al wat gegroeid in liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid en zelfbeheersing… Hopelijk blijven ze ook verder groeien in ons en leveren ze een goede oogst op, het hele jaar door, een leven lang. Daarvoor vragen we de groeikracht van God, de heilige Geest, op deze Pinksterdag en alle dagen.
In onze zangbundel ‘Zingt Jubilate’ staat een mooi lied dat het leven met de vruchten van de Geest beschrijft: lied 431. De bekende Nederlandse dichter Willem Barnard heeft niet alleen vers 22 uit het vijfde hoofdstuk van de Galatenbrief op rijm gezet, maar ook de verzen die erop volgen: verzen 23 tot 26, die uitleggen waarvoor de vruchten van de Geest dienen.

De eerste strofe beschrijft een aantal van die vruchten:
“Wat zijn de goede vruchten, die groeien aan de Geest?
de liefde en de vreugde, de vrede allermeest,
geduld om te verdragen, en goedertierenheid,
geloof om veel te vragen, te vragen honderd uit;”


De tweede strofe gaat verder over het geloof, vanuit vers 23, dat het heeft over de tegenstelling tussen geloof en wet: geloven is niet op de eerste plaats je houden aan de regels, maar ‘leven uit genade’, geloven is niet leven in een keurslijf, maar leven uit Gods overvloed en van die overvloed delen met anderen:
“geloof om veel te geven, te geven honderd in,
wij zullen leren leven van de verwondering:
dit leven, deze aarde, de adem in en uit,
het is van Gods genade en zijn lankmoedigheid”.


De derde strofe heeft het over vers 25: wat is nu leven door de Geest en volgens de Geest?
“En wie zijn ziel niet prijsgeeft maar vasthoudt tot het eind,
Wie zijn bestaan niet kruisigt, hoezeer hij levend schijnt,
hij gaat voorgoed verloren, het leven dat hij koos,
is tevergeefs geboren en eindigt vruchteloos”.


Zoals de vruchten van een boom of een plant moeten geplukt worden om te worden opgegeten, zo dienen de vruchten van de Geest in ons om onszelf en anderen te voeden, smaak te geven in het leven. Maar om die vruchten te kunnen opleveren, moeten we als takken geënt zijn op de levensboom: Christus. Met Hem verbonden leven, dus. En zinloze, ‘vruchtenloze’ dromen en fantasieën opgeven om de uiteindelijke, vruchtbare werkelijkheid te vinden: leven is geven. Zo horen we in de vierde strofe.
“Maar wie zich door de hemel laat helpen uit de droom,
die vindt de boom des levens, de Messiaanse boom
en als hij zich laat enten hier in dit aardse dal,
dan rijpt hij in de lente tot hij vruchtdragen zal!”

Zalig en vruchtbaar Pinksterfeest!

Pastor Benno.

U kunt dit lied beluisteren op de melodie van Willem Vogel.