Stilte dus. Het is niet altijd 's mensen vriend. Toch niet in het begin. Wie uit een rumoerige omgeving komt, ervaart de stilte niet zelden als bedreigend. Met wat in mezelf zal de stilte mij confronteren? Ronduit: ze confronteert me met mezelf! Om één of andere reden maakt dat aanvankelijk onrustig en hebben we misschien nijging om dan maar wat muziek op te zetten...
Het is voor mij de ambiance van het begin van de veertigdagentijd: als we na een hectische (innerlijke) drukte, kiezen voor wat zelf-opgelegde stilte, dan is dat best wel confronterend.
Maar het went. Dat wennen zou ik niet beschrijven als "gewoon worden", zoals je ogen een tijdje nodig hebben om te wennen aan véél of weinig licht, wanneer je uit de omgekeerde toestand komt. Ik zou dat wennen eerder 'herontdekken' durven noemen. Het is zoals bij een heel goede vriend, die je na jaren opnieuw terugziet en waarbij je na enkele oppervlakkige uitwisselingen, opnieuw de diepte van de vriendschap ervaart. Het lijkt alsof de stilte je jezelf doet herontdekken - je komt jezelf opnieuw tegen en als de aanvankelijke onwennigheid gaat liggen, merk je vertrouwdheid. Bestaat dat: "thuiskomen bij jezelf"?
Op Paasmorgen komen de vrouwen bij het graf in de prille ochtend - het was daar stil. Zou het kunnen dat de stilte, waarin je thuiskomt bij jezelf, ook de plaats is waar God in ons hart spreekt en ons levensadem geeft?
Levensadem... Het suizen van Gods Geest... Hoe kijk ik ernaar uit dat het Pinksteren zal zijn!
Tony, pastor