Gisteren las ik dat Spanje 10 dagen van nationale rouw heeft afgekondigd voor de slachtoffers van het coronavirus. In Spanje zijn meer dan 27.000 mensen bezweken aan de gevolgen van het virus. De rouwperiode ging gisteren in om 12 uur in met een minuut stilte. Ik was er blij en dankbaar om. Want als er mij nu iets heeft geĆ«rgerd tijdens de afgelopen maanden, dan is het de anonimiteit van de vele overleden slachtoffers bij ons. Natuurlijk heeft dit te maken met de privacy, maar misschien ook wel met onze angst voor de dood en alles wat daaromheen hangt? De gezichten van de vele dodelijke slachtoffers bleven verborgen achter de cijfers. Het werd een ramp van het getal. Maar het ging wel steeds om concrete mensen, met een naam en een gezicht. In ons land tot nu toe om 9364 namen, telkens vaders, moeders, zonen, broers, zussen, vrienden en vriendinnen, die misschien enkele dagen tevoren een heel normaal leven leidden. Wie het waren weten we niet, tenzij we er zelf in onze eigen familie of vriendenkring mee geconfronteerd werden. Maar doordat we hun namen niet kenden, bleef het toch steeds iets veraf, niet bij mij. Ik herinner me nog heel goed hoe heel anders dit was op de Britse televisiezender BBC. Daar werden dagelijks de foto’s getoond van de overledenen. Zo werden ze tastbaar, mensen van vlees en bloed en van allerlei slag, zonder onderscheid van leeftijd, kleur, of wat dan ook. Het was telkens een diep intens moment van verstilling, die diepe indruk maakte, en waardoor de ernst van wat er aan de hand was pas echt tot je doordrong. Bij ons kregen we enkel cijfers, en vlug werd overgegaan naar de zogezegd meer prangende zaken: de mondmaskers, de tweede verblijvers, het al dan niet heropstarten van zovele zaken, … CoronapatiĆ«nten stierven en sterven nog steeds in grenzeloze anonimiteit. Maar zo wordt voorbijgegaan aan de pijn en het verdriet van zovelen. Want hoe erg moet het niet zijn om eenzaam te moeten sterven in een ziekenhuis, zonder je geliefden om je heen. Hoe verscheurend moet het zijn voor diegenen die achterblijven? En hoe kan je rouwen als je mekaar niet eens kan vastpakken om te troosten? Het zal voor velen een levenslang trauma blijven. Misschien is dat wel het grootste drama geweest dat we de afgelopen weken hebben meegemaakt. Het bleef echter veilig verscholen achter de cijfertjes. Daarom is het goed dat er in Spanje nu echt tijd wordt gemaakt hiervoor, en uitgebreid, niet eventjes een dag, om daarna weer over te gaan naar de orde van de dag, maar tien volle dagen. Het is haast Bijbels. De zonen van Jakob rouwden bijvoorbeeld zeven dagen lang voor hun overleden vader (Genesis 50, 10). Ik hoop dat we ook bij ons, zowel in onze samenleving als in onze Kerk, de nodige tijd uittrekken om te rouwen en onze geliefde doden te gedenken. En laten we op al die anonieme kruisen hun foto’s plakken. Want ze zijn meer dan louter cijfers. Het gaat om telkens iemands vader of moeder, telkens iemands partner, telkens iemands vriend.
Pastor Gino