Mijn kamergenoten, fijne mensen, maakten mij duidelijk dat de gemiddelde opname op de afdeling... zes weken bedraagt. (U hebt toch zelf ook wel gehoord van de fameuze resistente ziekenhuisbacterie, de schrik van elke kliniek...?) Daar lag ik dan... 'voor onbepaalde duur' van het ene moment op het andere uit mijn routine gehaald, zonder bagage, zonder praktische schikkingen voor thuis.
Van wat ik daarvan onthouden heb, wil ik nu twee dingen noemen.
Vooreerst de relativiteit. We zijn alle dagen zo druk in de weer en dan plots valt alles stil. Ik denk aan Lucas 12, 21: "Dwaas! Nog deze nacht komt men je leven van je opeisen; en al die voorzieningen die je getroffen hebt, voor wie zijn die dan?' Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is bij God." Ik was dan wel niet dood, maar toch radicaal "uit mijn leven geplukt". Het was bron voor meditatie over de relativiteit van die dagelijkse drukte, een ervaring die me tot nu aan het denken zet.
Vervolgens: de deskundigheid van het personeel. Ik was erg onder de indruk van de procedures, bijvoorbeeld bij de dagelijkse verzorging: verpleegkundige kwam toe, handen ontsmetten, handschoenen aan, kar ontsmetten, steriel doekje uit pakje halen en op de kar leggen, steriel wondverzorgingsmateriaal uitpakken enzovoort. Na de verzorging: alles in de vuilzak, de kar 60 cm rollen naar het volgende bed en herbeginnen: handen ontsmetten, handschoenen aan, kar ontsmetten... Met die ziekenhuisbacterie wordt echt niet gelachen! Het helpt mij vandaag te verstaan wat de ernst is van de vele zogenaamde sanitaire maatregelen, die de verspreiding van het virus vandaag moeten voorkomen.
Ik had achteraf bekeken geluk: mijn bacterie was niet resistent en na precies acht dagen werd ik uit het ziekenhuis ontslagen, net op tijd om thuis Pinksteren te vieren!
Tony, pastor