Er zit natuurlijk ironie in deze uitspraak: er is nooit een tijd geweest van "volmaakt geluk", waarin alles perfect liep en we niet - individueel of collectief - met ernstige problemen zaten. Het is misschien een vorm van "mind set" - "ingesteldheid", die erin bestaat dat we veel meer kijken naar wat we niet hebben, dan naar al het andere. Een maand geleden leefden moesten we nog in ons kot blijven... sindsdien mogen meer mensen gaan werken, zijn de winkels weer open, kunnen al vele kinderen naar school, onze bubbel is vergroot en we hebben vooruitzicht op nog meer versoepeling. Maar het lijkt wel alsof we daar een blinde vlek voor hebben en we vooral zien wat nog niet is: nog geen horeca, geen buitenland, zoveel kinderen die nog niet naar school kunnen. Zo lijkt het wel alsof we ons eigen geluk in de weg staan...
Ik kijk naar enkele Congolese vrienden en het treft mij dat ik eigenlijk niemand ken die vrolijker is dan zij. Ze komen uit een omgeving van schaarste, waar wij geen idee meer van hebben. Zou het dàt zijn? Is het de rijkdom, die vooral doet kijken naar wat we niet hebben en staat onze overvloed dus ons geluksgevoel in de weg?
Het is een kwestie van "mind set" - van "geestesgesteldheid" eigenlijk. Zou het geen genade zijn om door een nieuwe Geest te worden geraakt
Tony, pastor