Toen kwam het feest van Hemelvaart. Ik herinner mij dat ik mij achter een blad papier zette... en dat het leeg bleef. Mijn inspiratie op was. ("Het zou gaan tijd worden", zeiden anderen mij achteraf met een kwinkslag).
Het punt was dat ik graag had willen zeggen waar Jezus naartoe was gegaan. "Naar boven", zoals het heel lang geleden werd voorgesteld, kon je niet blijven beweren. Sinds de ruimtevaart weten we dat zelfs als Hij met lichtsnelheid naar boven zou zijn vertrokken, Hij nog steeds (lang) niet aan de grenzen van het heelal zou zijn. Maar wat moest je dan wel zeggen? Die poging heb ik ondertussen opgegeven... we moeten deemoedig genoeg zijn om te erkennen dat we er eigenlijk niets kunnen over zeggen. Tenzij dat Hij naar de Vader is gegaan, dat Hij bij God is. Maar ook daarvan moeten we zeggen: we kunnen op Google maps niet precies aanwijzen waar dat is en evenmin met de routeplanner het traject daarnaartoe berekenen.
Het mysterie van Hemelvaart is eigenlijk niet dat. Het gaat niet over waar Hij naartoe is, maar wel: dat Hij bij ons blijft. Sinds Hemelvaart - dat is nu haast tweeduizend jaar - is Hij bij ons. Niet meer zoals eerst - als een persoon die tussen de mensen rondloopt - maar evengoed aanwezig en mensen rakend, inspirerend, motiverend. Wat meer is: zonder dat Hij last heeft van de social distancing of 'op mijn kot' corona regels of noem maar op. Hij is gewoon bij ons: innerlijk, bij u en bij mij. In wezen is daar niet meer over te zeggen. Maar het is voldoende.
Tony, pastor.